Sheddak 0000.0011

 

Literatuur

 

- Haslinghuis, E.J. & H. Janse, Bouwkundige termen. Verklarend woordenboek van de westerse architectuur- en bouwhistorie. Leiden (Primavera Pers), 20014e druk/1e druk: 1953 [643 blz. ISBN 90.74310.77.X]. Hierin "Zaagdak": blz. 136 ("Zaagdak"), 415 ("sheddak": definitie) 524 (Zaagdag: zie sheddak)

- Vigan, Jean de, Le petit Dicobat. Dictionnaire général du bâtiment. Ris-Orangis (Arcature), 1994. [957 blz. ISBN 2.9504805.2.7]. Hierin o.a. "toiture en sheds": blz. 236 ('comble en sheds'), 797, 847 ('toiture à redents': is de correcte Franse term)

- Wattjes, J.G., Constructie van gebouwen. Deel 9: Eenvoudige dakconstructies en dakbedekkingen. Amsterdam (Kosmos), 1930voorwoord\3e druk (is serie in 10 delen)(1e en 2e druk waren serie in 4 delen). [335 blz. ISBN -]. Hierin "Zaagdaken": blz. 18-19 (F[ransch]: comble shed, comble en dents de scie, - D[uitsch]: Sägedach, - E[ngels]: shed), 322-329

- Arends, G.J. & J. Oosterhoff & H. Janse, Compendium constructies. Gebouwen 1800-1940. Deel in de serie 'Bouwtechniek in Nederland', nr 3. Delft (Delftse Universitaire Pers), Zeist (Rijksdienst voor de Monumentenzorg), 1989. [112 blz. ISBN 90.6275.550.X]. Hierin "Zaagdaken": blz. 65, 89

- Korevaar, A., & A. Bijls & M. Gout & L. Stijnen, Bouwkundige Encyclopedie. Tweede deel: L - Z. Amsterdam, Brussel (Elsevier), 1954. [691 blz. ISBN -]. Hierin "Zaagdak": blz. 665